Tijdens de regeerperiode van koningin Juliana zijn zilveren guldens geslagen. Deze munten wegen per stuk 6,5 gram en bevatten 72% zilver. Deze zilveren guldens zijn geslagen in 1954, 1955, 1956, 1957, 1958, 1963, 1964, 1965, 1966 en 1967 (in 1967 zijn overigens ook voor het eerst weer nikkelen guldens geslagen).
De zilveren guldens uit de regeerperiode van Juliana worden hier per 250 stuks aangeboden. Het betreft munten in circulatiekwaliteit.
De hier getoonde prijs geldt voor een zak van 250 stuks zilveren Juliana guldens. Een dergelijke zak weegt 1,63 kilogram en bevat 1,17 kilogram gram puur zilver.
De meest bekende zilveren guldens zijn de zilveren guldens uit het Julianatijdperk. De kopzijde van deze zilveren guldens toont de beeltenis van koningin Juliana. De muntzijde toont het gekroonde Nederlandse wapen en laat zien dat het een munt van 1 gulden betreft. De muntzijde toont tevens het muntmeesterteken en het muntteken. Het muntmeesterteken is een vis waaruit blijkt dat ten tijde van de produktie van deze munten de heer dr. J.W.A. Hengel de muntmeester was. Het muntteken is de bekende mercuriussstaf waaruit blijkt dat deze munten in Utrecht zijn geslagen. Het randschrift is "* god zij * met * ons". In totaal zijn er ca. 190 miljoen zilveren Juliana-guldens geslagen.